De inuït of de eskimo's zijn de mensen (het volk) dat de koudste noordelijke gebieden bevolkt. Typisch aan hen zijn hun huizen van ijs, iglo’s genoemd en de sleden die worden voortgetrokken door honden. Ook hun kleding is zeer dik van stof omdat het hen moet beschermen tegen de kou. Zonder de dikke kleding zouden de eskimo's sterven van de kou.
Eskimo's spreken in Groenland Kalaallisut. En in Canada wordt meestal de variant Inuktitut gesproken.
De iglo is een sneeuwhut. Iglo betekent trouwens gewoon huis in het Inukitut. Het materiaal dat wordt gebruikt om een iglo te maken zijn ijsblokken. De iglo bestaat uit een koepel, een woonruimte en een tunnel die zorgt dat je in de iglo komt. In de tunnel berg je ook je spullen op. Je kan het dus vergelijken met een hal. Een raam kan je maken met behulp van een ijsschots.
Sommige stammen bekleden hun Iglo met dieren huiden aan de binnenkant omdat dat warmer is.
De mannen bouwden alles, zoals iglo’s en boten. Ze maakten ook gereedschap, wapens en keukengerei. Maar ook beschermden ze het gezin tegen gevaar. De jacht deden de mannen en de vrouwen samen.
De vrouwen verzamelden planten, visten en kookten voedsel, maakten kleren en deden het huishouden. Het naaien deden zowel de mannen als de vrouwen.
Voor de mannen en de vrouwen is belangrijk dat een kind een goede naam kreeg. Ze gaven dieren geen naam want ze vonden dat als dieren ook een naam kregen dat ze dan in dezelfde rang zitten. Dat betekent dat de Inuits (eskimo's) zichzelf beter vonden dan de dieren. Als ze een naam kregen vonden ze dat zo bijzonder dat ze die haast nooit uitspraken. Daarom gaven ze bijnamen voor zichzelf.
Maak jouw eigen website met JouwWeb